leren scheuren:
2 bekjes (van de vogel) maken met onze vingers (duim en wijsvinger)
de vogeltje pakken het blaadje tussen hun bekje
één vogeltje vliegt naar beneden en het andere vogeltje blijft boven
rood met witte stippen
zat kabouter pinnemuts
heen en weer te wippen
krak zegt de paddenstoel
met een diepe zucht
hopla beide beetjes heel hoog in de lucht
de prenten van het liedje in de juiste volgorde hangen (= logisch rangschikken)
vingerversje:
Onder een rode paddenstoel
slaapt kabouter Roel
De zon stijgt op en stijgt en stijgt tot aan de top
De vogeltjes fluiten: piep piep luilak ben jij!
Maar het kaboutertje hoort het niet,
hij slaapt en slaapt zoals je ziet.
Dan komt kever krabbelteen
en kruipt over het kabouterhuisje heen.
Hij kriebelt aan kabouterneusjes top:
HATSJIE en het kaboutertje staat op!
afteldansliedje:
4 (3, 2 1) kaboutertjes die dansen in het rond
eentje is moe en gaat zitten op de grond
Wie is deze kabouter?
kiekeboe
de kleine kabouter zit OP de GROTE paddenstoel
en de grote kabouter ligt ONDER de KLEINE paddenstoel
