Wiskunde: Zet de jutezak VOOR, ACHTER, NAAST, ONDER, OP de stoel.
Echte Pieten moeten veel oefenen om op de daken te klimmen, pakjes rond te dragen, enz.
Iedereen is geslaagd als Piet. Voor iedereen een diploma met een mooie PLUIM.
De pluim is zacht.
Hier is Sint en daar is Piet!
Weg is Sint en weg is Piet!
Waar is Sint, waar is Piet!
Terug is Sint, terug is Piet!