17 maart 2016

de paashaas versiert de paaseitjes



 het grote ei (waar we vorige week een ei door de verf in de doos lieten rollen) versieren met stippen

1ste kleuter: op het lijntje de stippen in een patroon kleven (= blauw geel, blauw, geel, enz....)
peuter: de bolletjes door elkaar kleven (niet allemaal dicht bij elkaar)






 de paashaas puzzelen

 krantenpapier scheuren, propjes maken en in het ei stoppen zodat het ei DIK wordt.




 5 eitjes op een rij.
1 eitje zit er verstopt in het mandje, welk?

bewegingsversje:

Hup springt het haasje,
hup uit zijn hol,
hoog staan zijn oren
boven op zijn bol.
Nergens een jager
nergens gevaar.
Eerst goed kijken en dan
huppen maar. hup hup hup......
                     (peuterdans danskant)

Stempelen van het haasje.
hup hup op en neer, niet wrijven!
Een bruin of een grijs haasje?
(hoe maken we grijze verf? Wit en zwart en roeren)





 memory: zoek 2dezelfde eitjes


 Het eitje versieren met plasticine bolletjes, slangetjes, golfjes.....

puzzelen
 Om beurt mag er iemand de paashaas zijn en die toont een beweging voor  met het eitje.
(bv. tikken op de buik, onder de oksel, op de oren, van de ene knie naar de andere knie)



 Dezelfde eitjes zoeken.
Ja ze zijn allemaal geel maar de paashaas heeft er een ander tekening op getekend.
De ene heeft golfjes en de andere heeft korte streepjes.

 Het zijn wel twee rode maar de ene heeft stippen en de andere heeft golfjes.
 
 
 dezelfde eitjes zitten heel dicht bij elkaar.


 Wie heeft er een groen ei?



 
 

 
liedje:

Blauwe stippen op een ei,
met en grote strik erbij.
Ik heb een ei voor jou
en een ei voor mij.
Welke kleur kies jij?

 
 
 De paashaasjes verstoppen heel graag paaseitjes (hier onder de banken)
 
 
 
 kleine propjes maken met crêpepapier. De oortjes en de poten van de paashaas bekleven.
 eitjes stempelen op ons paasmandje.
1° kleuter: stempelen in een patroon (roos, geel, roos, geel....)
naast elkaar, niet te dicht bij elkaar en niet wrijven.
 Hier mogen we wel vrij door elkaar stempelen.

We gaan op reis naar een heel mooi land. We gaan met de trein naar .....? . Plopsaland. roepen ze allemaal in koor.


Bewegen met ballons. Een ballon lijkt van vorm op een ..... ei.